de pioniers

Vanaf het begin van de motorracerij en vooral na de eerste TT van Assen waren er Nederlanders die hieraan deelnamen . Vooral in de jaren dertig begonnen de Nederlanders steeds beter te rijden tussen de grote namen in de racerij van die tijd . Sommige van die coureurs die eind jaren dertig opvallend goed reden zouden na de oorlog echt doorbreken en voor nederland de eerste WK punten scoren , zoals Lo Simons , en zelfs een race winnen zoals Dick Renooy . Vlak na de oorlog was de motorsport nog steeds erg populair onddanks de moeilijke jaren van de oorlog en de moeizame wederopbouw vlak daarna . Er was weinig geld en materiaal en dus reden veel coureurs op motoren van voor de oorlog . Toch waren er een aantal coureurs die nieuw materiaal tot hun beschikking hadden en dat was vooral te danken aan de eigen Nederlandse motor industrie nl. Eysink en Sparta . Deze twee fabrikanten maakten toen vele 125cc motorfietsen met Villiers en JLO motorblokken . Dit waren vrij gewone degelijke blokjes , maar wel goed op te voeren ! De mannen die zich hiermee bezighielden waren Heineman , Renooy en Frans Visbach .

Deze laatste zou als coureur niet zo bekend worden als Renooy maar wel als tuner en restaurateur van deze racers . Na vele jaren bij Honda gewerkt te hebben gaat Frans weer terug naar zijn hobby van weleer ; het tunen , restaureren en rijden op de oude Eysink en Sparta 125cc racers en dat deed hij tot op zeer hoge leeftijd . Hij gold als DE specialist van de 125 Villiers blokjes en na meer dan vijftig jaar later wist hij er nog meer pk's uit te krijgen dan toen en is zijn racer sneller dan die van Renooy waarmee de TT van '48 gewonnen is ! Deze TT race was niet alleen bijzonder door het winnen van de 125cc door Renooy , maar ook door de prestaties van de overige Nederlanders . Maar de 125cc werdt toch een hele bijzondere race waarbij de Nederlanders een voorproefje gaven van wat er later zou gebeuren in de 50cc begin zeventiger jaren . Het wereldkampioenschap was nog niet van start gegaan , dat zou een jaar later pas beginnen , maar toch kwamen alle grote namen en fabrieksteams naar Assen . De grootste kanshebbers waren Nello Pagani en Alberti van het Morini fabrieksteam uit Italie . Dan is er het Montesa fabrieksteam uit Spanje en het DKW team uit Duitsland . De enigste Nederlander die min of meer fabrieksrijder is , is Renooy die dan een baan heeft bij Eysink en over het beste materiaal beschikt . De Eysink fabriek heeft dan natuurlijk niet veel geld over voor de motorsport zodat Dick toch ook veel zelf aan zijn racer moet doen om hem klaar te krijgen voor de race . Dit is hem blijkbaar goed gelukt , want nadat Pagani in de eerste ronde van de race de leiding neemt is het daarna Dick die de leiding neemt en zelfs een voorsprong neemt , de snelste rondetijd rijdt en wint ! Pagani wordt tweede en Heineman , ook een Nederlander op Eysink wordt derde ! Er zouden daarnaast nog vier Nederlanders bij de eerste tien eindigen !
Ook de 350cc race wordt een spannende race voor de Nederlanders die tegen een nog sterker deelnemersveld moeten knokken . Ten eerste is daar het sterke Velocette fabrieksteam met onder andere Freddie Frith , die later de eerste 350cc wereldkampioen zou worden , en het Norton fabrieksteam met onder andere Artie Bell . Voor Nederland zullen Lous van Rijswijk en Piet Knijnenburg de kastanjes uit het vuur moeten halen , beide op produktieracers . In de eerste ronde ligt Knijnenburg op de vijfde plaats en v.Rijswijk op een zevende . De kopmannen van het Velocette fabrieksteams rijden op kop en nemen een voorsprong , maar in de tweede ronde is een gevecht gaande om de derde plaats tussen vier rijders ; Juhan , Frend , v.Rijswijk en Knijnenburg . In de derde ronde gaat deze strijd door alleen moet Knijnenburg even stoppen voor een probleem aan de motor maar rijdt al snel weer verder . In de vijfde ronde ligt Lous zelfs even op de derde plaats maar in de zesde ronde is hij weer vijfde . Daarachter rijdt nog een Hollander de race van zijn leven ; G.Poel op een Velocette , die van een achttiende plaats gekomen is en al snel in de top tien terecht komt en daarna langzaam maar zeker nog enkele (fabrieks) coureurs inhaalt . Lous blijft tot aan de finish in een fel gevecht en wordt uiteindelijk vijfde en Poel wordt zevende tussen de fabrieks coureurs !
In de 500cc klasse waren er wat minder Nederlandse coureurs aanwezig ; Piet Knijnenburg , en Drikus Veer hebben de beste kansen . Tijdens de race weet Drikus zelfs tot de vijfde plek te komen maar door een val in de regen moet hij uiteindelijk opgeven . Nu is Piet de beste Nederlander en hij vecht zich een weg naar voren van de elfde plek tot uiteindelijk een zesde plek waarbij hij weer een aantal fabrieksrijders weet te verslaan! Het is ook geen wonder dat er dat jaar 100.000 toeschouwers waren!

Dick Renooy zal later geen races meer winnen , maar meer succes hebben in het terrein rijden met de Eysink . Drikus Veer is in de vijftiger jaren wat Bertus Van Hamersveld in de dertiger jaren was . Drikus wint niet alleen de zilveren vaas in de internationale zesdaagse (terreinsport) maar ook in de wegracerij zal hij als eerste nederlander punten scoren in de 500cc . Door zijn goede klasseringen op produktie racers was Drikus door de Gilera renstal uitgekozen om tijdens de Asser TT van 1954 op een fabrieks racer te rijden ! Het was dan wel de reserve motor en natuurlijk waren er teamorders en mede daardoor werdt hij achtste . Ook in 1955 mocht Drikus weer op de Gilera rijden in Assen en ditmaal werdt hij vierde ! Jammer genoeg bleef het bij deze twee races anders had hij zeker kunnen laten zien dat hij niet veel onder deed voor de andere fabrieks coureurs .

In de 250cc klasse hebben nederlandse coureurs nooit zo veel succes gehad als in de andere klassen . Toch was het begin jaren vijftig voor twee coureurs wel een succesvolle klasse , Sieb "guzzi" Postma en Lo Simons . Sieb was de eerste nederlander die wk punten scoorde in de 250cc . Lo Simons was voor de oorlog al jaren een bekende verschijning op de circuits waarbij hij op excelsior reed maar na de oorlog ging hij vooral in de lichtere klassen , maar ook in de 350cc rijden , op Mondial , NSU en AJS . Vooral in Assen zal hij in deze drie klassen punten scoren . Het was vaak een strijdt tussen Simons en Veer wie de beste nederlander werdt tijdens de TT want ook Drikus reed in de lichtere klassen . Lo Simons werdt daarnaast ook nog eens 14 keer nederlands kampioen ! Begin jaren 50 was het in de zwaardere klassen vooral Lous van Rijswijk die beste nederlander werdt tijdens de TT maar viel wel vaak buiten de punten . Alleen in 1947 , de eerste internationale Asser TT werdt hij derde en een jaar later vijfde maar dat was voor de WK periode .